Uit ‘Simpel’ van Ottolenghi
Voor 4 personen
- 1 grote bloemkool, in roosjes van ca. 4 cm verdeeld (700 g)
- 30 g boter
- 1 kleine ui, in fijne blokjes (120 g)
- 1½ theelepel komijnzaad
- 1 theelepel middelscherp kerriepoeder
- 1 theelepel mosterdpoeder
- 2 groene chilipepers, zaadjes verwijderd, in fijne blokjes
- ¾ theelepel zwart mosterdzaad
- 200 ml slagroom
- 120 g rijpe cheddar of belegen goudse, grof geraspt
- 15 g vers wittebroodkruim
- 5 g peterselie, fijngesneden
Oven op 180 °C.
Stoom de bloemkoolroosjes 5 minuten boven kokend water tot ze beetgaar zijn. Haal de bloemkool uit de pan en laat hem iets afkoelen.
Doe de boter in een grote pan, bak de ui goudbruin.
Voeg komijnzaad, kerriepoeder, mosterdpoeder en chilipepers toe en laat alles af en toe roerend 4 minuten smoren.
Warm het mosterdzaad een minuut mee en giet de room erbij.
Doe er 100 gram kaas en ½ theelepel zout bij en laat de saus 2-3 minuten pruttelen tot hij iets gebonden is.
Meng de bloemkool en de saus in een overschotel.
Doe de overgebleven 20 gram kaas in een kom en meng het broodkruim en de peterselie erdoor.
Strooi het mengsel over de bloemkoolschotel en zet hem in de oven.
Bak het gerecht 8 minuten tot de saus borrelt.
Zet nog 4 minuten onder de grill tot de bovenlaag goudbruin en krokant is.
Serveer met rijst en een salade met een schep yoghurt of een partje limoen. Of eventueel met kip of worstjes.
Je kan het gerecht een dag van tevoren voorbereiden en in de koelkast bewaren tot het klaar is om gebakken te worden.