Klein lexicon van het managementjargon

Van audit tot zelfevaluatie, over branding, competitiviteit en win-winoperatie. Van ‘assessment’ over ‘marktconform’ tot ‘zelfevaluatie’: dit soort woorden hoor je al lang niet meer alleen in het bedrijfsleven maar zet ook de toon binnen de zorg, het onderwijs of de cultuursector. We zijn er zozeer aan gewend geraakt dat we denken dat het om neutrale, zelfs positief geladen woorden gaat. Nochtans zijn ze sterk ideologisch gekleurd: ze doken niet toevallig voor het eerst op in dure boeken over management, marketing en merchandising. Schijnbaar neutrale woorden als ‘efficiëntie’ of ‘rendement’ zijn er tegelijk oorzaak en effect van dat het neoliberalisme tot in de diepste vezels van ons denken en doen is doorgedrongen.

In dit miniwoordenboek van het managementjargon doorprikken Rudi Laermans, Lieven De Cauter en Karel Vanhaesebrouck deze nieuwe newspeak. Doel: de lezer de ogen openen en wapenen tegen de vele woorden die zijn aangetast door het virus van het ‘managerialism’. Want telkens we ze gebruiken, besmetten we ook onszelf en anderen.

Klein lexicon van het managementjargon
Een kritiek van de nieuwe newspeak
EPO 2016