Max Borka in HART magazine over de editie 2021 van kunstbiënnale Kunst & Zwalm.
De jongste editie van Kunst & Zwalm is anders dan de veelheid aan artistieke wandelroutes die de kunsttoerist de afgelopen zomer in Vlaanderen af te werken kreeg,. En wel hierom: niet zozeer de tussenbestemmingen A,B, tot Z staan centraal, waar de toerist telkens weer wordt geconfronteerd met een monumentaal statement dat daar vaak als een UFO werd neergedropt, maar het wandelen tussen die markatiepunten.
Waar meestal slechts wat bescheiden getuigenissen worden getoond van processen die door de curatoren en kunstenaars op hun eigen talrijke wandeltochten door het glorieus glooiende landschap van de Vlaamse Ardennen op gang werden getrokken op basis van confrontaties met een plaatselijke molenaar, imker, en protestantse gemeenschap, maar ook met katten, een ietwat beklemmende stilte, composthopen, en andere Détails Immenses die de identiteit van de streek uitmaken.
Door de band genomen lijken de vele manieren waarop curatoren een kunstparcours organiseren vooral tussen twee polen te schommelen. Aan het ene uiterste heb je die curatoren en kunstenaars die in de eerste plaats hun eigen ding willen doen en vanuit een drone-perspectief een zoveelste variant op hun hoogst persoonlijke obsessies als een UFO -en al dan niet aangepast aan een groots overkoepelend thema als Trauma, klimaatsverandering, of Paradijs- op een bepaalde plek neerdroppen, waarna die heterogene groep landmarks netjes tot een parcours aan elkaar worden geregen. En aan het tegengestelde eind heb je de curatoren en kunstenaars die zweren bij wat David Thoreau als the Art of Sauntering propageerde, een schier onvertaalbare Engelse term waarvan de betekenis in het Nederlands het midden houdt tussen wandelen, slenteren en flaneren, en dat zich van doelloos zwerven en leegloperij onderscheidt doordat de saunterer, zoals Thoreau het in 1851 in zijn Journal omschreef, tegen alle schijn in ‘als een meanderende rivier naarstig de kortste weg blijft zoeken naar zee’. Tijdens hun wandelingen en daaruit resulterende ontmoetingen blijven deze curatoren en kunstenaars onophoudelijk speuren naar Détails Immenses, ogenschijnlijk verwaarloosbare kleinigheden die nochtans van ontzettend groot belang kunnen zijn voor de regio- en hen de inspiratie voor kunstwerken kunnen opleveren, die-om in de beeldspraak te blijven- een Thalassa, thalassa! (Zee, zee!) ofte Eureka-gevoel kunnen genereren. Terwijl bij de eerstgenoemde benadering de nadruk vooral op de veelal monumentale kunstwerken zelf ligt, is het bij de tweede de wandeling zelf die primeert, en fungeen de kunstwerken zef vaak als niet meer dan bescheiden koppeltekens, in een veel omvangrijker web dat door het saunteren tegelijk wordt blootgelegd en geweven.
BOEM
De jongste editie van Kunst & Zwalm, een tweejaarlijkse gebeuren dat al sinds 1997 wordt georganiseerd in Zwalm en omgeving, en die amper drie weekends te bezichtigen is, kan duidelijk tot die tweede en hoogst zeldzame categorie worden gerekend. Dat alleen al maakt dit evement zo anders dan de vele andere kunstparcours die afgelopen zomer in West- en Oost-Vlaanderen werden opgezet, van de Biennales van Brugge en Kortrijk, over Beaufort, tot Watou. Want hoezeer deze laatste de intussen welhaast verplichte modewoorden als participatie en interactie met het publiek en de identiteit van de regio in het vaandel mogen dragen, het UFO en landmark gevoel blijft in het uiteindelijke resultaat overheersen, zodat ze nog rustig tot de eerste categorie mogen worden gerekend. Niet zo in Zwalm evenwel, waar de vzw BOEM vzw dit keer het cureren aan het Gentse artist-run kunstenplatform Croxhapox van Samira El Khadraoui en Anyuta Wiazemsky Snauwaert overliet, dat op haar beurt Remi Verstraete als co-curator engageerde, en het hele gezelschap zich met een twintigtal andere kunstenaars aan het flaneren zette, op zoek naar ontmoetigen met locals en andere vormen van inspiratie. Geen wonder dat het programma van Zwalm & Kunst vooral uit geleide wandelingen bestaat.
KATTEN
“Vaak weet ik het allemaal ook niet meer,” zegt Freek Willems, “Maar ik weet wel dat ik gelukkig word als ik een poes zie”. Zijn project is -welja- een geleide wandeling, waarbij hij onder de noemer this not my cat de ontmoetingen deelt die hij het afgelopen jaar tijdens het saunteren met Zwalmse katten had, en het plezier dat hij daaraan beleefde. Zoals de titel van haar werk Process(ion): Walking into the Unknown al aangeeft zette de in België verblijvende Amerikaanse kunstenaar Giorgia Kokot haar ontmoetingen met andere kunstenaars en lokale bewoners om in een processie rond het thema verlies en dankbaarheid. De staties van de processie (in deze regio een aloud ritueel) worden enkel door eenvoudige betonnen stenen gemarkeerd, waarin uitspraken staan gegraveerd, terwijl the making of uit de doeken wordt gedaan op informatiepanelen. De verhalen getuigen in de eerste plaats over het elkaar leren kennen, zegt Kokot, want de meeste deelnemers waren voorheen onbekenden voor elkaar: “Mijn werk is steeds een middel geweest om mezelf en anderen te ontdekken,en ons begrip van hedendaagse rituelen te stimuleren”.
WEGWIJZERS
Ook Willem Vermeersch heeft, zoals hij in zijn tekst in het catalogusje vertelt wat met wandelen, wegen en wegwijzers. Al even desoriënterend als die tekst is het woud van elkaar tegensprekende wegwijzers die hij op een kruispunt heef geplaatst, terwijl hett OD3 colectief, zijnde Paola Bartoletti, Vigdis De Cauter, en Leen de Veurman, in de heemkundige kring van de deelgemeente St Denijs Boekel de bezoekers uitnodigt om bij koffie met koekjes iets toe te voegen aan aan de kaart van de Kunst & Zwalm: akkefietjes, een bijzondere plek, weetjes uit de streek: “Alles kan een aanleiding zijn om verder te borduren op een gespreksonderwerp naar keuze”.
RONDE VAN FRANKRIJK
Het was Jan Hoet die ooit zei dat een kunstparcours even gevarieerd moet zijn als dat van een Ronde van Frankrijk, met een gezonde mix van vlakke ritten en berg- en tijdritten, ritten die helemaal niet aan de hoog gespannen verwachtingen beantwoorden, en étappes waar totaal onverwacht de hele boel explodeert, zwakke renners die boven hun kunnen uitstijgen, terwijl favorieten het plots laten afweten, enzomeer. Vanuit dat oogpunt lijkt het ook raadzaam dat een goede kunstroute zich voortdurend als een jojo tussen beide voornoemde polen beweegt. Dat is ook in deze kunstroute het geval, die zich in Vlaanderens meest befaamde wielerstreek afspeelt. Zo heeft Lieve Dhondt vlakbij de kasseiweg van de in wielerkringen legendarische Molenberg heel klassiek in een bosschage twee aluminium panelen geïnstalleerd waarop foto’s fraai met de weelderige boomgaard dialogeren. “Ik heb nog de eigenaars van het bosje gecontacteerd, met het oog op meer, “ zegt Dhondt, “maar vergeefs”.
LOTERIJ
De meeste andere kunstenaars is dat werken met locals wel gelukt, met een veel minder klassiek werk als resultaat. Dat een aantal van hen zich uitdrukkelijk als autodidakt profileert, en bewust een ‘anti-esthetiserende’ vormentaal hanteert, mag allicht geen toeval heten. Karel Thienpont bijvoorbeeld ging voor zijn project Maria, pimp mijn rusthuis een debat aan met bewoners van het Woonzorgcentrum Huize Roborst over hun toekomstdromen vanuit de voor iedereen begrijpbare vraag: ‘Wat als je de lotto zou winnen?’. Een en ander resulteerde in levensechte lottobiljetten waarvan de winstkans nog tijdens de tentoonstelling bekend gemaakt wordt, en waarvan wild geschilderde uitvergrotingen in het kerkje van het gehucht Wijlegem hangen. “Ondanks het feit dat de steun van een Mariabeeldje werd ingeroepen, zal dit naar alle waarschijnlijkheid op een sisser eindigen, “ zegt Thienpont, “De uitkomst van onze dromen wordt aan een reeks stuiterballen toevertrouwd, een belediging maar tegelijk een veelzeggende metafoor voor ons bestaa,”.
MIGRANTEN
Een andere autodidakt en zelfverklaarde anti-estheet, Daniël Dewaele, beperkte zijn bijdrage tot het omzetten van de tekst op de affiche in de talen die volgens het bevolkingsregister het meest gesproken worden door mensen met een niet-Belgische herkomst in Zwalm – Pools, Roemeens, Tsjechisch, Arabisch, Russisch, Portugees en Hongaars- kwestie van de aandacht te vestigen op de inwoners met een migratieachtergrond en -dixit Dewaele – “de toeschouwer te confronteren met het vervreemdende effect van een taal wanneer je deze niet machtig bent”.
PROTESTANTEN
Hans Beckers, die in zijn werk ‘de daad van het gerichte luisteren practiseert als middel ‘om een dieper contact te verkrijgen met de werkelijkheid’, bezocht met de microfoon in de hand de Geuzenhoek in het gehucht Korsele die al sinds de 16de eeuw het enige protestanse bolwerk vormt in katholiek Vlaanderen. Zoals de titel ‘De stilte van de Geuzenhoek’ al aangeeft wordt de klankcollage die daaruit voortvloeide, en waarin ook verhalen, omgevingsgeluiden, en een eigen compositie ziiten verwerkt, voor alles door stilte gekleurd. “Het is de ‘klank’ van een gemeenschap die eeuwenlang in stilte haar geloof heeft beleden, uit angst te worden vervolgd, “ aldus Beckers, “De stilte als redding, die je ook in de soberheid van de kerk terugvindt”.
COMPOSTHOPEN
Het kunstenaarscollectief Taart in de Brievenbus, dat in haar werk vooral de ‘huiselijke context’, voorop stelt, liet zich dan weer inspireren door wat misschien wel het meest die context in Zwalm typeert, de composthoop, en volgde negen maand verschillende compostmakers, in een avontuur waarin naast een scala van geuren en magische verhalen ook hete tijgerwormen opduiken.
VOGELKOPPEN
“Tijdens mijn wandelingen in Zwalm viel mijn oog steeds opnieuw op de Vinkemolen,” zegt Stefanie Claes, die zich als theatermaker en beeldend kunstenaar het liefst laat inspireren door wat anderen over het hoofd wordt gezien, zoals een vondeling. “Of deze staakmolen door niets dan velden omgeven, een echo van een ver verleden. “ Her en der in het landschap plaatste Claes in Concert voor de Molen vogelkoppen op stokken, half carnavalesk, half dodenmasker; half vogelschrik, waardoor je gluren kan naar de molen, waarvan de wieken momenteel in rouwstand staan, vanwege het schielijk overlijden van de molenaar. Een riant uitzicht op de molen biedt ook de plek waar Cosco (aka Louis De Cordier) zijn Bee Refuge, of shelter voor een bijenkast heeft geplaatst, in de vorm van een termietenheuvel. Op geregelde tijdstippen komt Guido De Maertelaere, imker en bijenambassadeur van Zwalm, er in kaprui-pak het werk duiden en vertellen over het bijenleven.
BALLEN
Niet ver daarvandaan hebben Bjorn Pauwels en Nora De Decker in Five Slightly Similar Ideas vijf reusachtige roze ballen de heuvel laten afrollen. De plek waar ze tot stilstand kwamen werd door hun eigen pad bepaald. Maar eerlijk gezegd zijn we -veeleer dan in deze landmark – geïnteresseerd in de route die de kleine balletjes eerstdaags in de trommel van de Nationale Loterij zullen volgen, en of dat in Huize Roborst tot wilde vreugdetaferelen leiden zal.