Het is ingewikkeld, de relatie tussen mensen en bomen

Een van de oudste bomen van België wordt aanbeden, maar werd ook al tot twee keer toe in brand gestoken. ‘Bomen brengen emoties naar boven, van pure aanbidding tot rabiate haat.’

Verschenen in De Standaard 17/04/2021

De duizendjarige eik in Lummen. Aan de stam hangt nog steeds een klein kapelletje. De boom is omheind met houten ­palen, zodat niemand trappelt op het wortel­systeem dat de fragiele stam in leven moet houden. Foto: Gert Jochems

‘In onze contreien zie je aan veel kapelletjes nog altijd een eik of een linde staan. Die bomen schreven we voor het christendom spiri­tuele krachten toe. De kerk heeft dat vlotjes geïncorporeerd, en het gebruik ­bestaat vandaag nog altijd.’ Aan het woord is Tom Joye, boomexpert bij Inverde, een vormings­instelling rond bos en natuur. Hij is gespecialiseerd in ­‘veteraanbomen’.

Joye wijst naar de duizendjarige eik in ­Lummen, waar aan de stam nog steeds een klein kapelletje hangt. Het is een restant van een ver verleden, waarin de boom de centrale functies van de maatschappij moest ver­vullen – als kerk, of als rechtszaal. De duizendjarige eik is waarschijnlijk wat jonger dan zijn naam laat uitschijnen, maar volgens Joye is hij wel een van de oudste bomen in Vlaanderen. Hij heeft ­wereldoorlogen, de pest, heksenverbrandingen, feestjes met ­James Ensor en zelfs twee brandstichtingen door een boer uit de buurt overleefd. Vandaag staat hij nog steeds trots in de Dikke Eikstraat, omheind met houten ­palen, zodat niemand trappelt op het wortel­systeem dat de fragiele stam in leven moet houden. De eik is vrijwel volledig uit­gehold door rot en ziektes, dus kreeg hij zelf een raster ingewerkt, zodat mensen niet meer in de holle stam kunnen kruipen.

‘Telkens als het stormt of waait, houden mensen uit de regio en de bomenwereld hun hart vast’, zegt Joye. ‘Zal het deze keer mislopen?’ Als de eik ooit valt, zal hij dat waarschijnlijk zonder toeschouwers doen. Het terrein rond de oude reus is door de ­jaren heen getransformeerd van landbouwgebied naar een stukje verstilde natuur.

Mochten ze kunnen spreken

In de bebouwde kom kan een oude boom wat meer schade aanrichten. Om die daar te behouden, heb je een ­beheerplan, ruimte en een gezonde ­dosis lef nodig. De abt van de abdij van ­Tongerlo, ­Jeroen De Cuyper, was bereid om de hulp van het Agentschap Onroerend Goed en boomexperts in te roepen om de daar zo geliefde lindedreef te behouden. Hij ziet het als de taak van de abdijbewoners om de bomen, die nu 343 jaar oud zijn, te ­bewaren voor de toekomst.

‘De dreef staat niet op zichzelf, ze is een uitnodiging om kennis te maken met de abdij, om te vertoeven op een plek van christelijk ­geloof’, zegt De Cuyper. ‘Sinds 1678 leven de ­bomen mee met het wel en wee van de ­abdij. En toch komt elk jaar die bloesem ­terug, alsof de bomen ons en de bezoekers een signaal ­geven: het komt wel weer goed. Mochten ze kunnen spreken, het zou de moeite waard zijn om te luisteren.’

Etagelinde op de markt van Westerlo. De kruin rust op een gietijzeren geraamte.

Ooit groeiden de bomen zo hoog dat hun kruinen elkaar aanraakten, maar ­ouderdom en stormweer hebben hun tol ­geëist. De bomen zijn hol, bij sommigen is de stam nog maar enkele centimeters breed. Maar in die holle stam zie je een nieuwe stam groeien. ‘Deze bomen zijn ­eigenlijk onsterfelijk. Als je haar niet kapt en uitgraaft, zal een linde zichzelf telkens heruitvinden’, zegt Joye. ‘De oude structuur vervalt, maar uit de wortels schiet een nieuwe vorm naar boven met hetzelfde ­genetische materiaal.’

Stervensbegeleiding

Daar worstelen bomen in de stad juist zo mee. Hun gemiddelde levensverwachtingis 20 tot 30 jaar. Dan sterven ze of worden ze gekapt. ‘Bomen hebben ons niet nodig, het enige wat ze willen, is ruimte en zo ­weinig mogelijk menselijke ingrepen’, zegt Joye. ‘Het is mooi dat buurtbewoners de kap van een oude boom willen tegen­houden, maar zullen diezelfde mensen het ook ­accepteren als die boom een paar jaar later op hun ­auto terechtkomt?’

Om dat op te lossen, kunnen we aan stervensbegeleiding doen, zoals bij de kastanjeboom in Vorst (DS 23 maart), ‘maar dan moet er zwaar worden gesnoeid’, zegt Joye. ‘Daarmee doe je een boom ook pijn. Op zich is het goed dat hij kan blijven staan, maar hij is wel geamputeerd. Dat is dubbel.’

Zelfs Tom Joye, bosingenieur van opleiding en wetenschapper in hart en nieren, kan het niet laten om de bomen te vermenselijken. Bij het brede publiek heeft het boek Het verborgen leven van bomen van ­Peter Wohlleben op dat vlak zijn ­impact niet gemist. De Duitse boswachter en schrijver haalt er wetenschappelijke ­studies in aan die tonen dat bomen ­elkaar helpen via schimmels en hun wortels. Ze wisselen ­onder andere ­informatie en ­suikers uit. Volgens Wohlleben wil dat ­zeggen dat ­bomen emoties ­ervaren en zich verbonden voelen met elkaar. Velen in de wetenschappelijke gemeenschap vinden dat een stap te ver. ‘Miljoenen mensen hebben dat boek gelezen en ja, dat heeft de boom doen uitstijgen boven het puur utilitaire straatmeubilair dat je zomaar kapt bij het minste ongemak. Maar het kan soms ver gaan. Er zijn legitieme redenen om ­bomen om te zagen, niet elke boom kan duizend jaar worden. Zeker niet bij ons, waar we met zoveel mensen op een zakdoek wonen.’

‘Takkenwijf’ trekt ten strijde

Dat de liefde voor bomen groot is, blijkt uit de hoeveelheid burgercollectieven en groepen die zich online verzamelen om buurtbewoners te informeren en te engageren. Christina Gens (54), die zichzelf omschrijft als ‘takkenwijf’, zit er ondertussen al zeven jaar middenin. In een moeilijke fase van haar leven zag ze toevallig een poster voor het behoud van de platanen aan de Havenlaan in Brussel. Niet veel later was ze zelfs deel van de bezetting op het terrein waar de bouw van de gevangenis van Haren was voorzien. ‘Die bomen hebben we niet kunnen redden, het was een vreselijk gezicht,’ zegt ze. Haar strijd voor het behoud van ­bomen in Brussel heeft zich geculmineerd in het Collectif pour les Arbres et la Bio­diversité Bruxelles, waar ze mee oproept tot een moratorium op de bomenkap gedurende drie jaar. Het collectief werkt op het ­terrein door te waken over dreigende ­kappingen, maar volgt ook vergunningsaanvragen op administratief niveau.

De lindedreef van de abdij van Tongerlo. De bomen zijn bijna 350 jaar oud. ‘Als dit gebouwen waren geweest, zouden we zonder twijfel waarde zien in hun bescherming. Laten we leren door de rotte stam te kijken.’

‘Dit werk heeft mij genezen. In het ­begin moest ik al mijn energie samen­rapen om naar een samenkomst te gaan. Maar dan begin je eindelijk mensen te ­ontmoeten die de natuur net zoals jou zien.’ De coronacrisis heeft de al bloeiende relatie tussen mens en natuur nog een stapje verder laten zetten: ‘Een stad kan niet zonder bomen. Om de stijgende temperaturen te temperen, maar het is ook emotioneel. Een boom is een ijkpunt. Als je de deur buitengaat, zal je niet een verkeersbord als referentiepunt nemen,’ verzucht Gens. ‘Een boom is als familie, die ademt voor jou.’

Waardevolle bijkomstigheden

Groendeskundige Martin Hermy, de man die de groendaken naar België bracht, ziet bij actievoerders wel soms dubbele standaarden. ‘Het is vreemd om te zien. Veel mensen zijn verontwaardigd over bomenkap in het publieke domein, maar de boom van de buren die het licht ­wegneemt, mag zonder problemen zwaar gesnoeid worden.’ In zijn boek De juiste boom voor elke tuin vraagt hij tuineigenaars om meer ­bomen te plaatsen: ‘voor zichzelf, hun kinderen en de maatschappij’. ‘Bomen brengen emoties naar boven, van pure aanbidderij, zoals bij mensen die bomen knuffelen, tot rabiate haat. Maar er blijft veel ­onverschilligheid,’ zegt hij. ‘Bomen zijn “waardevolle bijkomstigheden”, zoals ­onderzoeker Bart Tritsmans schreef.’

Tom Joye wijst nog eens naar de lindes in Tongerlo: ‘Als dit 350 jaar oude gebouwen waren geweest, zouden we zonder twijfel waarde zien in hun bescherming. Laten we leren door de rotte stam te kijken en hun schoonheid te waarderen.’

Verschenen in De Standaard 17/04/2021
Tekst Heleen Debeuckelaere
Foto’s Gert Jochems