Jazzkenner Karel Van Keymeulen grasduint in zijn platencollectie en schrijft in All that jazz enthousiast over de eeuwige schoonheid van zijn favoriete muziek.
[boek recensie oorspronkelijk verschenen in De Standaard]De honderd beste jazzplaten aller tijden of de honderd jazzmuzikanten die u absoluut moet kennen: die formule is al tot vervelens toe gebruikt. Jazzkenner Karel Van Keymeulen, vele jaren recensent voor deze krant, vermijdt de platgetreden paden. In zijn boek All that jazz selecteert hij geen platen of muzikanten, maar ‘50 iconische jazznummers voor alle moods’. Hij groepeert ze rond thema’s als ‘swing’, ‘spirit’ en ‘blues’. Toch kiest ook Van Keymeulen vaak voor onvermijdelijke klassiekers, zoals ‘Round midnight’ van Thelonious Monk, ‘St. Thomas’ van Sonny Rollins of ‘Strange fruit’ van Billie Holiday. Bij elk nummer beschrijft hij wat hij hoort en probeert hij de muziek in woorden te vatten. Geen makkelijke oefening, maar als je naar ‘St. Thomas’ luistert, zul je merken dat Rollins in zijn saxsolo inderdaad de noten ‘uitrekt, ze kneedt, ze verscheurt, ze bijna blaffend blaast of ermee aan de haal gaat’.
Mannen boven
Dat is het plezier dat je aan dit boek beleeft: met de koptelefoon op van het ene nummer naar het andere springen (via de bijbehorende Spotifylijst) en met een glas wijn in de hand lezen wat je hoort. Soms maakt de auteur eigenzinnige keuzes. Zo wordt Keith Jarrett niet met een van zijn eigen composities opgevoerd, maar wel met de standard ‘When I fall in love’. Andere minder voor de hand liggende nummers zijn ‘Cool struttin’’ van Sonny Clark en ‘Requiem’ van Lennie Tristano.
De auteur gidst u de vele zijstraatjes van de jazz in door bij elk nummer niet alleen naar ander werk van dezelfde artiest te verwijzen, maar ook naar andere muzikanten die in dezelfde sfeer opereerden. Hij schetst de achtergrond van elke opname en dist anekdotes op. Over het angstaanjagende karakter van ‘angry man’ Charlie Mingus, over het droeve lot van Lee Morgan die door zijn vrouw werd doodgeschoten. Het plezier dat je aan dit boek beleeft: met de koptelefoon op van het ene nummer naar het andere springen en lezen wat je hoort
Hedendaagse jazz is goed vertegenwoordigd, met onder anderen Jason Moran, John Zorn en Vijay Iyer. Met slechts vijftig nummers zijn er onvermijdelijk ook opvallende afwezigen. Eric Dolphy, McCoy Tyner, Ahmad Jamal en Chick Corea: geen van hen krijgt een apart hoofdstuk. Ook van elektrische jazz is geen spoor. En de voorzichtige opmerking in het voorwoord van Chantal Pattyn – de netmanager van Klara die met het idee op de proppen kwam – dat er volgende keer gerust wat meer vrouwen mogen in staan, had Van Keymeulen kunnen opvangen door bijvoorbeeld Maria Schneider of Carla Bley in het zonnetje te zetten. Gelukkig wordt Bleys meesterwerkje ‘Ida Lupino’ wel vermeld in het deel over Jarrett.
Kill your darlings, het is bij de samenstelling van zo’n boek onvermijdelijk. Maar All that jazz bevat nog genoeg schatten om te ontdekken.
All that jazz, Borgerhoff & Lamberigts, 39,90 euro.
Peter De Backer
De Standaard 9 februari 2021