Koen Peeters over het kunstwerk ‘When faith moves mountains’ van Francis Alÿs

De Standaard vroeg schrijver en dichter Koen Peeters naar zijn muze uit een andere schone kunst. Peeters koos voor Francis Alÿs.

“Francis Alÿs is ook schilder, maar hij maakt heel divers werk: tekeningen, video’s, foto’s, performances en acties. Vooral die laatste twee typeren hem. Hij doet bijvoorbeeld heel veel wandelperformances in de stad. Hij is van opleiding architect, maar hij bouwt geen huizen. Hij wandelt. Met een uitrafelende trui die geleidelijk aan verdwijnt, met een Beretta in de hand of met magnetische schoenen aan zijn voeten. Of hij maakt een filmpje over het struikelen over een hond. Of over iemand die op een plein naar de lucht kijkt tot andere mensen het ook beginnen te doen. Het zijn allemaal dingen die makkelijk grappige filmpjes kunnen opleveren, maar bij Alÿs krijgen ze een poëtische lading. Er ontstaat een verhaal dat larger than life is.”

“Bijna alle dingen die Alÿs doet, kun je gewoon navertellen als een soort anekdote of fabel. In die zin is zijn werk heel literair. Voor When faith moves mountains vroeg hij aan vijfhonderd vrijwilligers om een duin in de buurt van Lima te verplaatsen. Hij heeft hen op één lange rij gezet en met een schop in de hand zijn ze over die duin gegaan. Op het einde van de dag stond die hoop zand ongeveer tien centimeter verder. Fantastisch toch? Het past in zijn concept van een maximale inspanning met minimaal resultaat.”

“De futiliteit van When faith moves mountains is herkenbaar. Het is sisyfusarbeid, een gigantische verspilling van energie, en tegelijkertijd gaat het over een groots verlangen, een ongrijpbaar doel.”

“Het werk was onderdeel van een biënnale waar Francis Alÿs echt niets aan wilde toevoegen. Hij wilde niet nog zo’n kunstwerk maken dat dan als een beeldhouwwerk op een kruispunt staat. In plaats daarvan heeft hij iets heel poëtisch gemaakt, iets groots en episch dat tegelijkertijd hoogstens een verhaal toevoegt aan de stad.”

“Zijn werk heeft ook steeds iets artisanaals, iets nederigs, iets spelends. Je kunt het herleiden tot “iemand doet iets”, en hij filmt dat dan of toont het resultaat, als een soort werkman. In die zin is hij een heel bescheiden kunstenaar. Hij lijkt simpelweg te registreren, maar ik voel daar toch heel sterk de hand van de kunstenaar in. Er is iemand die de camera vasthoudt. Je voelt zijn aandacht, zijn talent voor verbazing en zijn nieuwsgierigheid. Hij pakt de werkelijkheid vast om er een verhaal mee te vertellen. De werkelijkheid wordt zelf kunst en als je dan zo’n werk bekijkt, kijk je ook anders naar de wereld. En of hij nu zichzelf opvoert terwijl hij een blok ijs door de straten van Mexico City duwt of simpelweg spelende kinderen in Afghanistan filmt, het resultaat heeft altijd een hoog Francis Alÿs-gehalte.”

“Zijn werk is helemaal niet commercieel. Hij verspreidt het. Je kunt zijn filmpjes, zijn kunstwerken, gewoon op het internet vinden, of op prentbriefkaarten die gratis ter beschikking zijn. Dat is toch heel democratisch, een soort sabotage van de markt. Zijn activisme trekt me ook aan omdat het niet vervalt in duidelijke politieke statements. Mooi en tegelijk heel diepgaand. Voor mij is Francis Alÿs de belangrijkste nog levende Belgische kunstenaar. Ik beschouw hem als de opvolger en ziels­genoot van Marcel Broodthaers, René Magritte en die andere tedere anarchist Jef Geys.”