Een marketingmanager teelt kikkererwten in Zwalm, als eerste in Vlaanderen. ‘Ik vind ze fantastisch, ze zijn een wonder van de natuur.’
‘Ik zag mijn vrienden koken met kikkererwten en rode kidneybonen. Ze zijn bewust met gezonde voeding bezig, erg begaan met de natuur en het klimaat en kopen in verpakkingsvrije winkels. Maar die producten komen wel uit Canada, China, India. Ik dacht: toch jammer dat ze geen lokaal alternatief hebben.’
Thomas Truyen besliste dan maar om zelf kikkererwten te telen, als eerste in Vlaanderen. ‘In Zuid-Frankrijk doen ze dat al jaren. De teelt schuift langzaam op naar het noorden, ze zit al in Reims en Nederland, er zijn proefvelden in Groot-Brittannië. Afgelopen winter heb ik me verdiept in de teelt. Ik ben een Nederlandse boer gaan bezoeken en begin april heb ik zelf gezaaid.’
Truyen kijkt trots naar zijn veld aan de Rijkekleie – verwijzend naar de vruchtbare kleigrond – in Zwalm. Overdag is hij marketingmanager bij Limagrain, een multinational in zaaizaden, ’s avonds runt hij de boerderij in Zwalm met zijn vader en grootvader. Die laatste was sceptisch, zijn collega’s reageerden aanvankelijk meewarig, maar op de plek waar vorig jaar nog wintertarwe stond, staan nu kikkererwtplanten die het beter doen dan verhoopt. ‘De grond was nog nat toen ik zaaide, daarna was het twee maanden droog en zonnig. Dit gewas gedijt ideaal in een droog klimaat. Als het die twee maanden geregend had, was het een ander verhaal.’
Stikstof uit de lucht
Maar regenen doet het steeds minder in de lente en de zomer. ‘In het bedrijf waar ik werk, vroegen de boeren tot voor enkele jaren altijd naar het ras dat het meeste opbracht. Maar wat ben je daarmee, als het door de droogte staat te verpieteren? Nu is de eerste vraag: welk ras is het meest droogtetolerant? Voor onze zaadveredelaars is dat de topprioriteit geworden.’
Maïs, graan of aardappelen die beter tegen de droogte kunnen, is één zaak. Maar waarom gaat een manager van een multinational kikkererwten kweken? ‘Door mijn werk raakte ik gefascineerd door de vlinderbloemige gewassen. Ik vind ze fantastisch, ze zijn een wonder van de natuur. Ze halen zelf de stikstof uit de lucht en hebben daardoor nauwelijks kunstmest nodig. Ik werk dan wel voor een multinational, maar ik vind duurzaamheid erg belangrijk. We moeten voor onze eigen voedselvoorziening kunnen instaan en dus zelf eiwithoudende gewassen telen. In het bedrijf merken we trouwens duidelijk de landbouw in twee snelheden: enerzijds de grootschalige bedrijven met veel areaal die voor de wereldmarkt produceren of aan de diepvriesindustrie leveren, anderzijds de kleinschalige, gemengde bedrijven die vaak voor de korte keten kiezen. Beide zijn klant bij ons.’
Alles zelf ontdekken
De landbouw krijgt momenteel een dubbele crisis over zich heen: de corona-epidemie én de droogte. Want door corona ligt de export stil en dalen de prijzen. Door de droogte dreigt een deel van de oogst verloren te gaan. Ondertussen stijgen de kosten wel. ‘Het is ironisch,’ zegt Truyen, ‘net nu we meer respect krijgen van de consumenten omdat ze door de coronacrisis het belang inzien van de boeren die hun voedsel kweken.’
De zware klei van de Vlaamse Ardennen houdt het nog redelijk in deze droge periode, al kan Truyen de zware kluiten zo verpulveren met zijn handen. ‘Maar in de Kempense zandgrond is al tot een halve meter diepte geen vocht meer te vinden.’
Kunnen de kikkererwten een alternatief worden voor de boeren? ‘We zijn nog lang niet zo ver dat we breed uitgerold kunnen worden’, zegt Truyen. ‘Teelttechnisch is er geen ondersteuning, ik moet alles zelf ontdekken. Normaal gezien wordt er eerst tien jaar onderzoek gedaan en getest op de proefvelden van de onderzoekscentra Ilvo en Inagro, pas dan gaat de boer ermee aan de slag. Ik heb het omgekeerde gedaan. Ik heb het er gewoon op gewaagd en daarna aan Ilvo en Inagro gevraagd of ze geïnteresseerd waren om onderzoek te doen. Maar de risico’s zijn nog groot. Ik teel niet biologisch, bij Ilvo testen ze of dat wel kan. Waar de kikkererwten normaal geteeld worden, is de lucht een pak droger dan hier. Vocht brengt ziektes mee. Als een aantal planten aangetast wordt, is de hele oogst verloren. Dat risico wilde ik niet lopen.’
Duwtje naar de korte keten
De oogst is voor eind augustus, begin september. Als alles goed gaat, verwacht Truyen 2.000 tot 3.000 kilogram per hectare binnen te halen. ‘Ik verbouwde maïs, graan en aardappelen, dan ben je een anonieme producent voor de wereldmarkt. Dat wil ik hiermee niet zijn. Het zou ook niet rendabel zijn. Alleen via de korte keten kun je er iets mee verdienen. Het zou ook niet passen in mijn duurzaamheidsverhaal. De verpakkingsvrije winkels willen mijn kikkererwten verkopen, en ik kreeg ondertussen ook vragen van koks die ermee willen werken.’
Zal de dubbele crisis het duwtje in de rug zijn voor meer boeren om te kiezen voor een ander landbouwmodel? ‘Voor sommige boeren zeker. Maar het kleinschalige model van de korte keten zal beperkt blijven, want behalve boer en boekhouder moet je dan ook nog marketeer en verkoper zijn. En je moet tijd hebben om je product te vermarkten. We moeten realistisch zijn: er is nu eenmaal de schaalgrootte van je bedrijf en de schulden die er misschien aan vasthangen, dan is zo’n omschakeling niet evident. Maar door corona zijn we wel op onze grenzen gestoten.’
Tekst Inge Ghijs, Foto’s Fred Debrock
De Standaard, zaterdag 30 mei 2020 om 0.00 uur