Vlaanderen staat vol met afgedankte constructies. Ons landschap is bezaaid met leegstaande loodsen en bedrijfsgebouwen, vervallen fabrieken, kazernes, stationsgebouwen of hoeves. Ontelbaar zijn de verlaten parkings of industrieterreinen, werkloze bruggen, wegen en vliegvelden, nooit afgewerkte woningen, in onbruik geraakte waterbekkens, dancings, hotels of maneges. Er spreekt nonchalance uit. Hans Leinfelder, hoofddocent Ruimtelijke Planning van de KU Leuven, noemt het in De Standaard “ruimtelijk afval” en pleit voor opruiming.
Hier blijft ruimtelijk afval gewoon staan
Overschot van gelijk. En toch is het moeilijk afscheid nemen van dit soort nutteloos geworden bouwwerken.