Verhalentijd

Oma zegt dat de tijd is als een boom die de wacht houdt, met onzichtbare ringen in zijn stam, terwijl de takken zich uitstrekken in de oneindige lucht, nooit volmaakt recht, nooit lineair. Binnen het bestek van één zin kan een verhalenverteller eeuwen achteruit en vooruit in de tijd springen, alsof een millennium in een oogwenk kan verstrijken. Maar vervolgens kan het uren duren om één bepaalde gebeurtenis te beschrijven, en duurt elke minuut heel lang, een eeuwigheid.

‘Vergeet dat niet, mijn hart. Verhalentijd is anders dan de kloktijd.’

De kloktijd komt weliswaar heel punctueel over, maar is verwrongen en misleidend, en verstrijkt met de illusie dat alles altijd maar voorwaarts beweegt, en de toekomst dus altijd beter zal zijn dan het verleden. De verhalentijd begrijpt de kwetsbaarheid van vrede, de gevoeligheid van omstandigheden, de gevaren die ’s nachts op de loer liggen, maar waardeert ook kleine vriendelijkheden. Daarom leven minderheden niet in de kloktijd.

Zij leven in de verhalentijd.

(uit Elif Shafak: Er stromen rivieren in de lucht)