Opiniebijdrage van Virginie Platteau, cultuurjournaliste en betrokken bij Waerbeke, sociaalculturele beweging voor stilte, rust en ruimte.
De Standaard 19 februari 2021
We woekeren met onze oppervlakte en leggen er beslag op. Maar houden we genoeg ‘wilde’ plaatsen over.
Fotograaf Nick Hannes riep deze week op Facebook op om de actiegroep te steunen die zich verzet tegen de herbestemming van een groot landbouwgebied tussen het Albertkanaal en de E313, pal waar hij woont (DS 17 februari). De fotograaf maakte tijdens de eerste lockdown prachtige reportages van zijn gezin in de natuur van eigen tuin en omgeving. Beelden die beklijven in hun verstilde aandacht en onvermoede schoonheid. In het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal zou De Keer – zo heet het gebied – omgevormd worden tot industrie- en bedrijventerreinen. Alweer een waardevol stuk open landschap dat ‘moet’ verdwijnen en waarvoor woningen en landbouwgronden worden onteigend. In de voorbije jaren is in Vlaanderen per dag gemiddeld zeven hectare open landschap verdwenen. We koloniseren onze open ruimte in een ongezien tempo. Met alle lawaai dat daarbij komt.
Witte spikkels van rust
Tegen 2050 zal de helft van het Vlaamse grondgebied volgebouwd zijn. De grote steden zullen in elkaar overlopen. Onze dichtbevolkte regio bevindt zich in het hectische centrum van Europa. Hoe dat ‘klinkt’, valt ook te zien op de kaart van het EEA, het Europees Milieu Agentschap. De Quiet Areas map brengt in kaart waar in Europa stille gebieden zijn. Spoiler alert: in onze streken zijn er nauwelijks. Enkele witte spikkels van rust in een verder knalrode luide regio, dat is onze delta rond de Schelde en de Maas.
Inmiddels is iedereen het erover eens dat open ruimte en rustig ontspannen in de natuur ons goed doen. Dat hebben de laatste maanden bewezen, soms tegen wil en dank bij gebrek aan andere ontspanningsmogelijkheden. Wandelen, de sneeuwpret van begin februari, in de natuur dichtbij even ontsnappen aan de hectiek van nieuwsberichten, telewerken en de vervagende grenzen tussen werk en gezin … We vonden er iets terug waarvan we ons amper bewust waren dat we het kwijt waren.
Stilte en rust in het groen zijn meer dan een kwaliteitslabel voor een plek die voor bouwpromotoren interessant is
Valt de winsthonger van enkelen (multinationals, projectontwikkelaars) nog te rechtvaardigen ten koste van het welzijn en de gezondheid van zovelen? We woekeren met onze oppervlakte en leggen er om allerlei redenen beslag op. Maar houden we genoeg open ruimte over? Plekken die aan de natuur worden teruggegeven. Waar het goed is even niet te worden herinnerd aan menselijk ingrijpen. Die ‘wilde’ plaatsen, waar we een gevoel van het ongerepte kunnen ervaren (nooit écht authentiek, maar goed), alsof we de plek zelf hebben ontdekt en er even kunnen verdwijnen uit het geraas. Even schuilen voor alle verwachtingen en drukte daarbuiten, voor alle lawaai in ons eigen hoofd. We hebben luwteplekken nodig, kleine eilandjes van rust waar we de soundtrack van de natuur horen en even alles moeten kunnen loslaten.
De natuur kan ons emotionele en spirituele troost bieden. Dat klinkt zweveriger dan het is, uit wetenschappelijke rapporten blijkt dat natuurlijke landschappen meer invloed hebben op mentaal welbevinden dan ontworpen omgevingen. Niet dat we die bevestiging nodig hebben voor wat we zelf heel duidelijk ervaren. Dat erkent ook de overheid, het Departement Omgeving maakt van open ruimte en luwte-oases een urgent aan te pakken thema. Hoe houden we onze steden en directe leefomgeving leefbaar, ook voor de komende generaties? Hoe herstel je de balans tussen bruisende drukte en levens-noodzakelijke stilte? Zijn er nog voldoende vrijplaatsen en zo niet, hoe kunnen we die creëren? Denken we hierbij enkel vanuit infrastructuur of ook vanuit verbinding tussen mensen? Wat als we het perspectief eens omkeerden en de stad als ecosysteem of het land als één National Park zien, zoals in Londen sinds kort gebeurt en waar in Utrecht en heel pril in Mechelen mee geëxperimenteerd wordt? En hoe raken we voorbij de greenwashing? Stilte en rust in het groen zijn meer dan een kwaliteitslabel voor een plek die voor bouwpromotoren interessant is. Het gaat om de ervaring. Hoe kan je die delen, er duurzaam van genieten en luwte-oases toegankelijk houden voor iedereen, zonder dat de plek er zelf aan kapot gaat?
Ruimte laten, ruimte maken. Het gaat ook over duurzaam omgaan met onze eigen mentale en innerlijke ruimte, onze eigen prikkelbaarheid in de breedste zin van het woord.
Verbondenheid
Laat de heilzaamheid van een natuurlijke plek op je inwerken en de stilte en rust die daar heersen zullen als vanzelf deel worden van je gemoed. Al vergt dat enige herhaling, een vertrouwd raken met de natuurlijke omgeving waardoor je verbondenheid met het landschap groeit. En waar je aan gehecht bent, daar voel je je thuis en dat wil je beschermen. De Nederlandse auteur Marjoleine De Vos beschrijft dit erg mooi in haar boekje ‘Je keek te ver’, waarin ze elke dag een rondje wandelt vanuit haar huis in het noorden van Nederland. ‘Hoe verhoudt het hoofd zich tot het lichaam: vaak zijn gedachten maar al te druk bezig, alsof je helemaal niet door een landschap loopt maar uitsluitend door je eigen bange, drukke hoofd. Kijk om je heen, moet je dan tegen jezelf zeggen. Niet de tijd in, maar het land. Je keek te ver. Dat wat je zoekt, is hier.’ Hier in die open ruimte, vlakbij, begint straks de lente.