Ewart Beckford aka U-Roy (21/09/1942 – 17/02/2021)
U Roy was de eerste die de kreten en aankondigingen van Jamaicaanse mc’s uitbreidde naar melodieuze rijmen en die instrumentals gebruikte om er volwaardige nummers van te maken. Zo vond hij onbewust het toasten uit.
Toen de Jamaicaanse inwijkeling Clive Campbell aka DJ Kool Herc rond 1973 in de Bronx in New York zijn eerste block parties organiseerde, wilde hij daar de vibes oproepen die hij kende van de soundsystems in zijn geboorteland, met grote luidsprekers en de mc als centrale figuur. Maar wel zonder reggae, want die muziek lustten de zwarte Amerikanen niet. Jamaicaanse riddims werden funky beats en Jamaicaanse toasters werden rappers. Hiphop was geboren.
Maar op zich is rap een stokoud fenomeen in de muziek. Misschien was Ella Fitzgerald wel de eerste rapper toen ze haar betekenisloze scats liet overgaan in een soort ritmische gedachtestroom. In Jamaica waren het vooral de deejays die meesurften op de ritmes, tot steeds groter jolijt van het uitgaanspubliek.
U Roy verhief die typische shouts en aankondigingen rond 1970 tot een heel nieuw genre, ook al was hij zich daar in het begin nauwelijks van bewust. Hij had wel een machtig soundsystem achter zich: King Tubby’s Home Town Hi-Fi. Het is geen toeval dat U Roy net daar, bij de uitvinder van de dub, de ruimte en de inspiratie vond om zijn lyrics te ‘toasten’.
Maar dat er getoast werd, was evengoed een kwestie van centen. Vaak was er gewoon geen geld om ook nog eens de B-kant voor een single op te nemen, en stond daar gewoon een instrumentale versie op waarover gezongen kon worden.
In de befaamde Treasure Isle Studio van Duke Reid mocht U Roy over een drietal van die deuntjes zijn ding doen. De eerste hit maakte Jamaica letterlijk wakker. ‘Wake the town’ was een versie van ‘Girl I’ve got a date’ van Alton Ellis. De gesproken intro van het nummer is door de jaren heen talloze keren gesampeld in de meest uiteenlopende genres. De riddim is nog halve ska, ingespeeld door het orkest van saxofonist Tommy McCook. En op de stem staat (toch voor die tijd) veel galm, maar het is allerminst dub. Veel heeft U Roy ook niet te vertellen. Hij herhaalde wellicht een aankondiging die hij eerder had gebruikt als mc van King Tubby: ‘Now, wake the town and tell the people/ I’ve got a musical disc I can’t afford to delay/ I could play the musical disc well straight/ It’s crabbit, so crabbit, like an Alabama rabbit.’
‘This station rules the nation with version’ volgde ‘Wake the town’ op als nummer 1 in de Jamaicaanse charts. Zo introduceerde U Roy ook de version, die tot vandaag gebruikt wordt in de riddimcultuur die het reggaegenre nu al een halve eeuw doordringt.
Maar de grootste vernieuwing zat in de derde opeenvolgende nummer 1-hit. ‘Wear you to the ball’ was geen louter instrumentale tune, maar liet de vocals van The Paragons uit het origineel een paar keer terugkeren in de mix. U Roy reageerde op wat er net gezongen was, en gaf het nummer zo een extra dimensie.
The Paragons: ‘I’m gonna wear you to the ball tonight/Put on your best dress tonight’.
U Roy: ‘Did you hear what the man said baby/Said be your best ‘cause this/ Gonna be your musical test/So come to school/And I take up the musical rule.’
De reggaezanger Brent Dowe was erbij toen U Roy het nummer voor het eerst live bracht, op het soundsystem van King Tubby dus: ‘Iedereen werd gek. We hadden al vaker live deejaying gezien maar niemand had die vibe tot dan kunnen vatten op een plaat. We wisten zelfs niet dat dat kon.’
De interactie met de oorspronkelijke vocals zou een handelskenmerk worden van U Roy, ook toen hij later samenwerkte met Bob Marley, Toots & The Maytals, Zap Mama (!) en vele andere bewonderaars. In de voorbije decennia stond hij meestal op het podium met een band (in 1991 voor het eerst op Reggae Geel), maar wij onthouden toch vooral de sessies met zijn eigen soundsystem, verscholen achter de apparatuur, in de biotoop waar hij groot was geworden.