Sopraan Lieselot De Wilde, een van de meest geprezen stemmen van de Belgische oudemuziekscene, in De Standaard over de nieuwe plaat van Bel Ayre, waarop muzikale hokjes gracieus aan diggelen gaan.
Met Bel Ayre bouw je bruggen tussen oude muziek, folk en jazz. Zo ook op ‘Entre-temps’: een conceptplaat over ‘tussentijden’ en het fenomeen van de ‘dorveille’. Vanwaar dat idee?
Lieselot De Wilde: ‘Het is ontstaan toen ik me zelf in zo’n tussentijd bevond, het gevoel had me op een kantelpunt in mijn leven te bevinden. Alsof er een enorme open vlakte voor me lag, met paden in alle richtingen. De dorveille, een wakkere periode tijdens de nacht, is een mooie metafoor voor dat emotionele vacuüm. Die vertaalden we naar een nachtlandschap met dronkaards, minnaars en dwalende dichters. Een kruising van Bruegel met Chagall: alledaagse tableaus in een droomachtige sequentie. Die gelaagdheid hielp Peter en mij om vanuit onze verschillende muzikale achtergronden aan eenzelfde verhaal te werken.’