Geen smalltalk meer, geen netwerkevents, geen feestjes. Gert Goeminne merkt in De Standaard op dat de wereld zich eindelijk naar introverten zoals hij schikt.
Ineens is thuiszitten een waar genoegen geworden. Ik hoef me vandaag niet langer te verantwoorden voor het feit dat ik wil werken op de plek waar ik het best functioneer: in mijn vertrouwde omgeving, waar mijn gedachten in afzondering kunnen rijpen. Eindelijk schikt de wereld zich naar ons, introverten.
Smalltalk, het luchtige gesprek dat dient ter bestrijding van de onwennigheid, maar dat mij vooral heel onwennig maakt en leegzuigt, is uit mijn leven verdwenen, net als het netwerkevent, dat nu zijn ware bestemming vindt in de ondraaglijke lichtheid van het Skype-apero. En alsof dat allemaal nog niet mooi genoeg is, kan ik eindelijk écht alleen gaan fietsen. Geen onverlaat die het nu nog waagt om zich in mijn wiel te zetten, laat staan een gesprek aan te knopen. Alleen al het idee dat ik het snot uit mijn neus zou jagen, blijkt dezer dagen voldoende.
O, heerlijke afstandelijke wereld, waar was je al die tijd?
Geen gevatte replieken
Ik hou van extraverte mensen. Ze voeden zich aan de buitenwereld, aan andere mensen en in die drang naar buiten zetten ze dingen in beweging. Ze laten de wereld draaien. Maar extraverten hebben nu eenmaal de neiging om zich op het voorplan te begeven. En dus leven we in een wereld waarin sociale assertiviteit de wet dicteert. De norm is het vlotte gesprek, het gezellige feest, de vruchtbare brainstorm, het boeiende discussiepanel. En dat is net waar introverten voor terugdeinzen. Verwacht van ons geen gevatte repliek. Wij doen niets liever dan twijfelen, aarzelen en onze woorden wikken en wegen. Reageren doen we met de nodige behoedzaamheid en nadat we de kwestie van alle mogelijke hoeken en kanten hebben bekeken. En dan nog zullen we eerst zeggen dat we het niet weten. Dat is namelijk ons houvast.
Extraverten huiveren voor de leegte die vandaag ontstaat. Vandaar de stortvloed aan grappige filmpjes die gestaag langs het infuus van de sociale media binnensijpelen, de virtuele apero’s, de applaussessies. Alles om de leegte niet te voelen. Vandaar ook de meewarigheid in hun stem wanneer ze mij vragen of ik het nog wel red. Wat ze niet weten, is dat wij introverten ons voeden met de leegte die hen verteert. Het is ons dagelijks brood dat sinds kort als manna uit de hemel valt.
De leegte kan ons helpen
Er zijn genoeg redenen om te hopen dat de wereld na deze crisis niet meer dezelfde zal zijn. Dat onze opwarmende consumptiemaatschappij niet de beste van alle mogelijke werelden is, weten we onderhand. En vandaag blijkt ook nog eens dat het wel degelijk anders kan. Niet dat het zaligmakend is, maar in geen tijd werd de onstuitbaar geachte tanker van de geglobaliseerde economie tot bedaren gebracht. En leiden we een leven dat tot voor een paar weken nog als ondenkbaar zou zijn weggezet.
Toch is de introvert in mij er niet gerust in. Zelfs zonder sociale media word ik dezer dagen overstelpt met standpunten van mensen die menen te weten waar deze crisis om draait. Economen, psychologen, filosofen, politicologen: of ze zich nu links of rechts bevinden, allemaal hebben ze hun analyse klaar. En denken ze te weten hoe we deze crisis zullen overwinnen.
Maar willen we echt dat de wereld er anders zal uitzien, dan blijven we misschien best nog even in de touwen hangen. En doen we er goed aan om deze crisis behoedzaam van alle mogelijke kanten te bekijken, te doorleven vooral. Van welke activiteiten zijn we maar al te blij verlost te zijn? Welke oude gewoontes missen we? Welke nieuwe gewoontes willen we graag voortzetten? Misschien kan de leegte ons helpen om de blik naar binnen te keren en de afweging te maken van wat we wel en niet willen behouden uit de oude wereld? Want de leegte, weet de introvert, is de ruimte waarin je mag twijfelen.
We weten het niet. Als we dat om te beginnen eens toegeven?