De treurbeuk aan de protestantse kerk van Korsele

In De Omweg schrijft De Standaard over de (kleine of minder kleine) plekken die en omweg waard zijn. Kaat Schaubroeck passeerde voor deze aflevering langs de Geuzenhoek in Horebeke en zag er – naast de protestantse geschiedenis – ook de prachtige treurbeuk die waakt over de oude graven.

We mogen uitvinden wat we willen, maar geen app of pilletje zal ooit ons verlangen naar ­geborgenheid kunnen stillen. De hand door het haar, de arm om de schouder, een waaklampje en iemand die zegt: ik zal er voor je zijn. Of een boom die zijn takken over je heen buigt, soms is ook dat goed genoeg.

Achter de protestantse kerk van het Oost-Vlaamse Sint-Maria-Horebeke staat een prachtige, beschermde treurbeuk, ruim twintig meter hoog en zo’n zes meter in omtrek, met takken die uitdijen over de oude graven en over de mensen die er ronddolen. Eén graf, uit 1867, is zelfs min of meer verzwolgen door de stam. Het is dat van een zekere JB Mazure, maar je moet al op handen en voeten tussen de beukennootjes kruipen om dat te kunnen lezen.

Verder liggen hier vooral Blom­maerts, en dat is geen toeval. Het zijn afstammelingen, of toch minstens naamgenoten, van Jacob Blommaert, een rijke tapijtwever die in de zestiende eeuw onder de indruk kwam van de ideeën van Calvijn. De protestanten werden op dat moment vervolgd en voerden zelf een guerrillaoorlog tegen de Spanjaarden. Blommaert was aanvoerder van een groep bosgeuzen, rebellen die Spaanse soldaten aanvielen vanuit de wouden; hij slaagde er – op vraag van Willem van Oranje – zelfs even in om Oudenaarde in te nemen. Nadat Jacob Blommaert was vermoord, dook zijn groep onder in Horebeke, waar ze hun geloof de komende eeuwen in het grootste geheim beleden in schuren en hoeves.

De treurbeuk heeft daar allemaal geen weet van. Die kwam er pas rond 1860. Op dat moment was er al een begraafplaats, in 1824 geschonken door Willem I, en stond er een schuilkerk, zonder toren en onzichtbaar vanaf de straat. In die schuilkerk, achter de beuk, staat op de plaats van het oude altaar een regel uit het evangelie volgens ­Lucas: ‘Vrees niet, gij klein kuddeke!’

Vandaag vormen de bewoners van de Geuzenhoek, het protestantse deel van Horebeke, nog altijd een kuddeke: dit is de oudste protestantse gemeenschap van het land. Aan de straatkant ligt de ‘nieuwe’ kerk, gebouwd in 1872, en van daar loopt een parcours langs de oude huizen van de buurt. Langs het huis van Vinke Wietie, bijvoorbeeld, tegenover de kerk, een Blommaert die volgens de legende langs de bliksemafleider naar boven klom om wat stopverf in het bekje van de weerhaan te wrijven. Omdat het op winderige nachten zo vervelend floot en de buren uit hun slaap hield.

Doe verder vooral niet te veel moeite om de weg te vinden. Het parcours staat van geen kanten aangeduid, maar als je lang genoeg verkeerd loopt, zijn er herten en buffels, en een polyester koe op het dak van chauffagist Blommaert.

Ook daar heeft de treurbeuk allemaal geen weet van. Hij staat daar zonder zwerfzucht of ambitie, met takken die niet naar de hemel reiken, maar over de aarde willen stromen. Naar verluidt kan hij 200 jaar oud worden. Nog zo’n 40 jaar te gaan om ieder klein kuddeke, desnoods een eenpersoonskuddeke, geborgenheid te beloven.

Vrees niet, gij klein kuddeke