Kweeënjam wordt overal in Noord-Afrika en het Midden-Oosten gegeten en is waarschijnlijk met de binnentrekkende Arabieren in Marokko terechtgekomen. Zoete vruchtenconserven, zoals groene vijgenjam, sinaasappelmarmelade en kweeënjam, zijn ook een product uit de pied-noir- en joodse keukens. De keuken vult zich met een heerlijke bloemengeur als de vruchten in een aromatische suikersiroop worden gepocheerd, met als resultaat een heerlijke confiture en geen echt smeerbare jam. De confiture wordt met brood, maisbolletjes en pannenkoeken, melkpuddingen en yoghurt opgediend.
500 g verse kweeperen
400 g zeer fijne kristalsuiker
2,5 dl water
2 kaneelstokjes
1 vanillestokje
2-3 steranijs
6 kruidnagels
2 repen citroenschil
Voor 2-3 potten confituur
Schil de kweeperen, haal het klokhuis eruit en bewaar de peren in een grote kom water om verkleuren te voorkomen.
Doe de suiker en het water in een pan met een stevige, gladde bodem en breng het al roerend aan de kook tot de suiker is opgelost. Voeg de specerijen en de citroenschil toe en laat op laag vuur trekken terwijl u de kweepeer in kleine blokjes snijdt. Roer de kweepeer door de suikersiroop en laat hem 25 minuten zachtjes koken.
Laat de kweeperenconfiture in de pan afkoelen. Verwijder de citroenschil en specerijen en schep de confiture in gesteriliseerde potten. Sluit de deksels goed, u kunt de confiture enkele maanden bewaren.