Het verlangen naar de kortste weg

Fotograaf Jan-Dirk van der Burg week af van het rechte pad en liet zich leiden door de poëzie van meanderende lijnen in het gras. ‘Olifantenpaden zijn bewijzen van stil verzet.’

‘Dus u bent een echte fotograaf?’, vraagt een jongetje. ‘Maar waarom fotografeert u dan geen supermodellen?’ Jan-Dirk van der Burg staat al een half uur op een wankele keukenladder, midden op een kruispunt in Schalkwijk. Hij draagt een fluo landmetersjasje om minder op te vallen en wacht geduldig tot iemand over het paadje in zijn vizier wandelt of fietst. Van der Burg weet niet meteen een antwoord. ‘Nou, ik ga wat leuks doen!’ Het jongetje stapt weg, Van der Brug drukt af, en begint na te denken.

‘Tijdens een vakantie in Tsjechië vielen ze me voor het eerst op’, vertelt de freelancefotograaf. ‘Op een grasveld tussen strakke Oostblokarchitectuur zag ik plots een spinnenweb van onofficiële paden. Dat was dankbaar materiaal om mee te spelen als fotograaf. Eenmaal thuis, begon ik de Nederlandse paden op te zoeken via Google Streetview. Ik ging plots heel anders naar de openbare ruimte kijken. Saaie industrieterreinen werden plots fascinerende plekken.’

Olifantenpaden heten ze, verwijzend naar de kolossale lastdieren die zich in het oerwoud de kortste weg door het groen banen. Ook mensen vertonen dat instinct. ‘Het Engelse desire path zegt dat zoveel mooier. Het is de weg die de mens zelf uitstippelt, de weg waar hij naar verlangt.’ Van der Burg werd aangetrokken door de zachte rebellie die uit de paden spreekt. ‘Het zijn bewijzen van stil verzet. Ik vind het mooi als mensen die vernuftig aangelegde lus in het fietspad niet accepteren, en die weerstand visueel zichtbaar wordt in het landschap. Het zijn monumentjes van burgerlijke ongehoorzaamheid.’

‘Eigenlijk vertonen al die lijnrecht aangelegde paden een kromme gedachtegang’, gaat Van der Burg verder. ‘De mens heeft geen hoekigheid van lopen in zich. We wandelen niet lijnrecht en slaan niet loodrecht af. Zelfs op een zebrapad vertoont onze route een natuurlijke kromming. Maar in Nederland is er helaas geen plaats voor organisch gegroeide wegen. Elk weg wordt zorgvuldig uitgestippeld.’

Kuddegedrag

De spontaan ontstane paden zijn niet per se beter dan hun verharde broertjes. Ze zijn gewoon korter. In zijn boek vermeldt Van der Burg daarom bij elke foto de terreinwinst ten opzichte van de officiële weg. ‘Die bedraagt soms maar 1,5 meter, maar toch kiezen mensen voor het zanderige in plaats van het verharde pad. Dat hebben we gemeen met de olifanten. Waarom een omweg nemen als het korter kan?’

In de regel houden stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten weinig rekening met het verlangen naar de kortste weg. ‘De architecten die ik sprak, zagen het niet als vandalisering van hun ontwerp, maar juist als een waardevolle menselijke aanvulling.’

Het meest komen de lijnen voor in de buurt van benzinestations, bushaltes, stations en kantoorruimtes. ‘Een verkeersdeskundige legde me uit dat langzame weggebruikers het wel accepteren om de officiële, uitgestippelde route te volgen aan het begin van hun verplaatsing. Maar zodra de eindbestemming in zicht komt, maken ze geen omwegen meer en gaan ze recht op hun doel af.’

Schrijver Maarten ’t Hart verbaast zich in het boek over het kuddegedrag dat uit de olifantenpaden spreekt. ‘Is zo’n paadje eenmaal ontstaan, dan houdt iedereen zich eraan. Niemand heeft dan kennelijk nog de neiging om ernaast te gaan lopen of fietsen.’ Ook Van der burg wil graag meer weten over de psychologie achter de paadjes. ‘Wie neemt het initatitief om het gras plat te leggen? Wie zijn de volgers? En wie kiest toch voor het officiële pad?’

De Nederlandse gemeente Leusden probeerde vorig jaar nog een olifantenpad tegen te gaan, maar tevergeefs. Ze groeven een greppel dwars over het pad, wierpen een zanddijk op en plaatsten een bord als barricade. Maar de buurtbewoners stapten gewoon van hun fiets, wandelden door de greppel, klommen over de dijk en glipten langs het bord. ‘Eens ingesleten kan je als gemeente weinig ondernemen. Inzaaien helpt niet, want iedereen kent het als de kortste weg. Gemeenten die tegen dat menselijke instinct willen ingaan, wens ik veel succes. Zo lang er gras is, zullen er olifantenpaadjes zijn.’

Jan-Dirk van der Burg, Olifantenpaadjes, Uitgeverij D’jonge Hond, 160 blz, 29, 50 euro.
www.olifantenpaadjes.nl

De Standaard 14 mei 2011 | Lennie Stinissen, foto’s Jan-Dirk van der Burg